Data-analyse: de vier verborgen parels van de eredivisie

Ze krijgen (nog) niet altijd de aandacht die ze verdienen. Wie op de Nederlandse voetbalvelden verder kijkt dan grote namen als Dusan Tadic, Steven Berghuis of Mario Götze ziet dat de eredivisie beschikt over een aantal verborgen parels. Zo blijkt uit wat opvallende statistieken van Opta.

De Amerikaanse spelverdeler in Almelose dienst

In de Nederlandse competitie hebben slechts twee spelers dit seizoen een passnauwkeurigheid (bij minimaal driehonderd passes) van boven de tachtig procent in het aanvallende deel van het veld. De eerste is, niet erg verrassend, Davy Klaassen. De naam daarachter zal meer wenkbrauwen doen fronsen, namelijk Luca de la Torre.

Afgelopen zomer pikte Heracles Almelo hem transfervrij op bij Fulham. De 22-jarige Amerikaans international van Spaanse afkomst begon in Almelo als linksbuiten, maar heeft dit jaar vooral zijn waarde centraal op het middenveld. Met zijn passes naar voren is hij een belangrijke spil in het spel.

Het goede spel van De la Torre viel ook op in Amerika. De in San Diego geboren voetballer speelde in maart mee tijdens twee oefeninterlands, zijn eerste minuten in het nationale team na zijn debuut in de zomer van 2018. De la Torre ligt bij Heracles vast tot en met volgend seizoen, met een optie voor nog een jaar.

De Arnhemse rots in de branding

Hij oogt altijd stabiel. In woorden en daden. Danilho Doekhi is niet snel uit balans te brengen. Dat blijkt ook wel uit zijn cijfers dit seizoen. De Vitesse-verdediger heeft van alle eredivisiespelers die minstens honderd duels zijn aangegaan dit seizoen het hoogste winstpercentage.

De jeugdinternational staat, met nog drie duels te gaan, op een winstpercentage van 69,6 procent. In de laatste tien jaar lukte het spelers slechts twaalf keer om een percentage van boven de zeventig procent te halen. En daar zitten grote namen bij.

De speler die het qua cijfers op het gebied van percentage gewonnen persoonlijke duels het best heeft gedaan in de afgelopen tien seizoenen is Jan Vertonghen. De Belg haalde in zijn laatste seizoen bij Ajax (2011/2012) een succespercentage van bijna 74 procent.

Ook Toby Alderweireld (71,8 procent), Sven Botman (70,9), Ron Vlaar (70,9), Bruno Martins Indi (70,7) en Joël Veltman (70,4) zitten bij de exclusieve namen. Oud-Feyenoorders Stefan de Vrij (70,8 en 70,4) en Terence Kongolo (72,1 en 70,2) lukten het als enigen om twee keer boven de zeventig procent te eindigen.

Die andere Griekse spits

De volgende opvallende naam die goed scoort in de klassementen is Vangelis Pavlidis, die als Griekse spits bij Willem II beduidend minder aandacht krijgt dan zijn landgenoot en topscorer Georgios Giakoumakis van VVV-Venlo.

Willem II huurde Pavlidis in januari 2019 voor een halfjaar van Bochum en lichtte drie maanden en wat doelpunten en assists later al de optie tot koop. In het seizoen daarop, waarin Willem II als vijfde eindigde na de coronastop, maakte Pavlidis in 25 duels elf goals en was hij goed voor drie assists.

Willem II-spits Vangelis Pavlidis valt cijfermatig op

Maar dat was in een goed spelende ploeg. Dit seizoen ziet alles er anders uit en vechten de Tilburgers tegen degradatie. Toch lukt het Pavlidis om zich onder de stofwolken van het teleurstellende seizoen opnieuw te laten zien.

De Griek maakte tot nu toe zes (van zijn negen) goals nadat hij minimaal vijf meter met de bal aan zijn voet wist af te leggen. Dat is vaker dan iedere andere speler. Hij laat daarmee zien dat hij niet alleen maar goed is voor intikkertjes, maar ook na een actie kan juichen.

Verder valt op dat Pavlidis, ondanks het vaak matige aanvalsspel (Willem II is de op twee na slechtst scorende club in de eredivisie) bij de vijf spelers met de meeste balcontacten in de vijandelijke zestien hoort.

De Fortunese verdediger die scherper voor de goal is dan Huntelaar

Als linksback word je niet direct afgerekend op je scorende vermogen. Zeker niet bij een club met handhaving als doelstelling aan het begin van het seizoen. Fortuna Sittard-trainer Sjors Ultee zal dan ook blijer worden van de statistiek dat zijn pupil George Cox een meester is in intercepties.

Alleen PSV'er Olivier Boscagli (79) bezorgde zijn ploeg vaker balbezit na een interceptie (onderschepping van de pass van een tegenstander) dan Fortunees Cox, die Feyenoorder Marcos Senesi achter zich laat.

Toch valt Cox dit jaar vooral op met zijn scoringsdrift. Hij maakte er twee in de Johan Cruijff Arena tegen Ajax en scoorde ook tegen PSV. Zijn teller staat inmiddels op vijf. Een knappe prestatie voor een verdediger. En wat blijkt: hij is nog scherper voor het doel dan de geslepen goaltjesdief Klaas-Jan Huntelaar.

Voor die vijf doelpunten had de Engelsman maar veertien schoten nodig. Een schotconversie van 35,7 procent. Alleen Lassina Traoré deed dat beter. Cox troeft niet alleen Huntelaar af, hij eindigt met zijn statistiek ook boven oud-wereldkampioen Mario Götze en AZ-aanvoerder Teun Koopmeiners.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl